logo - Wonen in Prelude
SLUIT
Architect aan het woord

In gesprek met OZ Architects

“In Prelude woon je niet tussen vier muren, maar aan een mooie buitenruimte”

OZ Architects uit Amsterdam had de primeur. Met hun ontwerp voor Prelude gaven zij vorm aan het eerste gebouw in Schieveste dat in ontwikkeling gaat. Daarmee zetten zij de toon voor de uitstraling van het gebied, dat de komende jaren wordt getransformeerd tot een gemengde, stedelijke centrumwijk.

Wat is kenmerkend voor dit ontwerp? En hoe is het tot stand gekomen? Martin de Jong (architect) en Chris Zwiers (partner en architect) van OZ Architects nemen ons mee in hun visie en het ontwerpproces.

Hoe en wanneer raakten jullie bij dit project betrokken?

Zwiers: “Voor het allereerste contact moeten we terug naar begin jaren 2000. Toen was er al sprake van dit project. Echt concreet werd het in 2021, toen we gevraagd werden architectonisch naar Schieveste te kijken. Begin 2023 kregen we opdracht voor het ontwerp van Prelude.” De Jong: “Wij zijn van de eerste schets tot aan de oplevering van het gebouw verantwoordelijk voor het ontwerp. Tijdens de bouw verzorgen we de esthetische begeleiding en supervisie.”

Welke randvoorwaarden kregen jullie mee voor het ontwerp?

Zwiers: “De locatie bracht de nodige ontwerpeisen met zich mee. Zo ligt Schieveste tussen de snelweg A20 en het spoor, zodat we rekening moesten houden met geluidsbelasting. Daarbij staat Prelude pal tegen het kantoor van DCMR aan. Daar moesten we qua ontwerp op aansluiten.” De Jong: “Een andere randvoorwaarde betrof de vorm en het bouwvolume van Prelude. Conform bestemmingsplan heeft het gebouw een stevige plint met daarop een slanke woontoren. De plint bestaat uit twee lagen met daarin de hoofdentree, horecaruimte, fietsenstalling en technische voorzieningen. De woontoren biedt ruimte aan dertien woonlagen met studio’s en appartementen.”

Waar is jullie ontwerp op geïnspireerd of gebaseerd?

De Jong: “We keken eerst naar de kwaliteiten en het potentieel van de locatie. Wat maakt dit tot een fijne woonplek? Daarna stelden we onszelf de vraag: welke kwaliteit kunnen we, aansluitend hierop, aan het gebouw en de woningen geven?” Zwiers: “Kenmerkend voor Schieveste is enerzijds het landschap, met de enfilade die als groene autovrije zone door het hele gebied loopt. Anderzijds heeft Schieveste een stedelijk karakter met woon-, werk- en verblijfsfuncties. De stedelijke uitstraling van Prelude sluit daarop aan. Bovendien hebben we vanaf het begin ingezet op grote balkons. Dat is wat ons betreft de belangrijkste kwaliteit van de woningen.”

Wat maakt die grote balkons zo belangrijk?

De Jong: “Ze dragen sterk bij aan een fijne woonbeleving. In Prelude woon je niet tussen vier muren, maar aan een mooie buitenruimte. Dat geldt voor alle 92 woningen in het gebouw. Het mooie aan de buitenruimtes is dat ze rond de hele gevel lopen. Hierdoor heb je alle ruimte om heerlijk buiten te zitten en als je op een hoek woont, kan dit zelfs aan twee zijden van je woning. Dat is toch rijkdom!” Zwiers: “Vanaf de balkons geniet je bovendien van een prachtig uitzicht in verschillende richtingen. Afhankelijk van de oriëntatie kijk je fraai uit over Schiedam of het groen en de levendigheid van de enfilade en het stationsplein.”

Hoe hebben jullie invulling gegeven aan de stedelijke uitstraling van Prelude?

Zwiers: “Prelude ligt pal aan het nieuwe stationsplein en daarmee midden in het stadsleven. In de plint van het gebouw vind je die levendigheid terug. Niet alleen in de horecafunctie, die mogelijk ingevuld wordt met een café en terras, maar ook in de zicht- en looplijnen. Zo kijk je vanaf de vide zo de entreehal in en loop je vanuit je woning eenvoudig naar de horecaruimte. Ben je ZZP’er en werk je thuis, dan is de horecaruimte de perfecte plek om je klanten te ontvangen.” De Jong: “Verder besteedden we aandacht aan een dynamische wisselwerking met het naastgelegen DCMR-gebouw. Enerzijds door er in bouwvolume en met een subtiele kleurnuance op aan te sluiten en anderzijds door het contrast op te zoeken. Het kantoorgebouw is gesloten met hoge borstweringen. Prelude is als gebouw juist heel open. Die wisselwerking versterkt de identiteit van deze twee gebouwen tezamen, als stevige stedelijke wand met gemengde functies aan het nieuwe stationsplein.”

En qua kleuren en materialen?

De Jong: “We hebben gekozen voor overwegend lichte tinten, voor een lichte en luchtige uitstraling. De plint verschilt iets in kleur en materiaal van de woontoren, waardoor de beide gebouwdelen een subtiele interactie met elkaar aangaan. Zo heeft de plint een betonlook door toepassing van grijs composiet. Dit composiet komt terug in plafond, waar het is voorzien van een reliëf, en in het interieur. Kenmerkend voor de woontoren zijn de witte prefab betonnen balkons en de bleekgroene balustraden.” Zwiers: “Voor de afwerking van de gevels hebben we gekozen voor een lichtgekleurde gevelbeplating met reliëf. De kozijnen in de gevel worden, net als de balustraden, uitgevoerd in bleekgroen.”